Categorieën
media Uncategorized

Je moet niet te veel de kunstenaar willen zijn

Een interview in Meeting Magazine met Walt Raaf Theater in kader van 25 jaar bestaan.

Een interview in Meeting Magazine

Een voorliefde voor kunst en cultuur en een straattheateract tijdens Lowlands deden Walt Raaf 25 jaar geleden besluiten om zijn eigen steltloperact op te zetten. 25 jaar later zijn de steltlopers van Raaf Theater een veelgevraagde act bij diverse evenementen.


Walt voltooide in de jaren tachtig een opleiding aan de Hoge Landbouwschool en werkte daarna een aantal jaar op de boerderij van zijn ouders. Helaas werkte het niet op de boerderij. Walt was bezig met een band en party’s en hij besloot naar de Kunstacademie te gaan. “Op de academie hield ik me bezig met performance als kunstuiting. Ik wilde het moment tot monument verheffen en met behulp van beweging en herhaling kunst toegankelijk maken voor de gewone mens. Tijdens de eerste editie van het driedaagse festival A Campingflight to Lowlands Paradise zag ik een Australische straattheatergroep met steltlopers en muzikanten. Dat sprak me zo aan, dat ik besloot zelf te leren steltlopen en een eigen kostuum te maken. Een jaar later stond ik als performer op het festival. Daarna werkte ik nog een jaar bij entertainmentbureau Mirakel Promo-tions (destijds Ambiance) en ging ik in februari 1997 aan de slag als zelfstandig steltloper.

Festivalisering

De acts van Raaf Theater worden geboekt voor bruiloften en festivals, maar ook voor openingen van basisscholen, de heropening van winkels van bekende retailketens en bedrijfsfeesten. “Bij de bedrijfsfeesten is al een paar jaar een festivaliseringstrend gaande. Opdrachtgevers willen een bijeenkomst in de openlucht met live bandjes en straattheater. Onze artistieke acts worden geboekt voor het visuele plaatje, maar ook omdat ze inspiratie bieden en een nieuwe tijd aankondigen. Zeker na de coronapandemie willen bedrijven hun team bij elkaar houden. Een steltloper-act haalt de scherpte van het officiële af en zorgt voor een relaxte sfeer. Ook zorgt het voor verbinding, het kan een groep men-sen aantrekken en omhullen en maakt mensen communicatiever.”

Inspiratie

Volgens Walt is het steltlopen an sich niet zo bijzonder. “Daarom legde ik vanaf het begin de focus op artistieke, kunstzinnige acts. Mijn performances zijn meer dan een ontvangst met een vriendelijk gebaar doen of het uitdelen van een folder, wat voor die doeleinden overigens uitstekend werkt. Met mijn kostuums wil ik op een artistieke manier de wereld proberen te beschrijven en een verhaal vertellen. In eerste instantie waren wereldculturen mijn inspiratiebron. Na tien jaar wilde ik meer verdieping en richtte ik me op de gehele wereldgeschiedenis. Mijn acts en kostuums ontstaan door verschillende elementen te combineren. Alles kan een inspiratiebron zijn. Zo werd ik jaren geleden door een paar Nederlanders gevraagd voor een klein dancefestival in Hurghada in Egypte. Men had daar toen nog nooit steltlopers gezien. Mijn Toetanchamon-act zorgde voor een complete volksverhuizing en zelfs de politie kwam erbij. Al snel sloot een klein jongetje met een wierookvaatje aan dat met bezweringen en zegeningen een act voor toeristen deed. Ik heb later de act van het jongetje, inclusief het wierookvaatje en de kooltjes, gecombineerd tot de Toetanchamon-wierookact waarmee ik wereldgodsdiensten zoals het boeddhisme, de islam en het christendom verbeeld. Maar ik heb me ook laten inspireren door de tekenfilmserie Avatar waar mijn zoons naar keken. Dat werd uiteindelijk een act met een geschminkte pijl op een kaalgeschoren hoofd, waarbij met behulp van vliegers de vier elementen worden uitgebeeld.”



Kwaliteit voorop

In de afgelopen 25 jaar heeft Walt langzaam maar zeker een naam opgebouwd in de wereld van entertainment. “Ik ben altijd vrij bescheiden geweest wat betreft acquisitie en ben ook nooit bij entertainmentbureaus aangesloten geweest. Daardoor was ik soms wat moeilijker vindbaar, maar ik wilde bewust niet te snel groeien en de kwaliteit van mijn acts voorop stellen. Inmiddels heb ik een goede naam en een solide klantenkring. Ik heb echt iets neergezet.” Dat merkt Walt ook nu de coronapandemie op zijn eind lijkt te zijn. “De opdrachten stromen gelukkig weer binnen. Het is echt gekkenhuis. Je merkt dat er bijna twee jaar geen geld aan entertainment is uitgegeven. Dat budget wordt nu alsnog aangesproken. De afgelopen twee jaar waren zeker pittig. Het was echt noodzakelijk om jezelf niet onderuit te laten halen door die crisis. Want als je boos en depressief bent, kun je niet performen. Gelukkig hebben we toch een aantal acts kunnen doen, waaronder voor de ramen van verzorgingshuizen. Het scheelt ook dat mijn vrouw en ik allebei een baan ernaast hebben. Sinds de financiële crisis neem ik in wintermaanden voor de NAK grondmonsters op aardappelvelden. Dat is mooi werk waarbij je lekker buiten bent en het houdt je bovendien betrokken bij het gewone leven. Als je als kunstenaar alleen maar met theater bezig bent, raak je daar van verwijderd. Je moet niet te veel de kunstenaar willen zijn.”

Creativiteit

Kan Walt na 25 jaar kostuums en acts bedenken zijn creativiteit nog kwijt in zijn steltloperacts? “Na al die jaren acts in opdracht uitwerken ben ik wel tot de kern van de zaak gekomen en heb ik een enorme verzameling aan kostuums en concepten waar ik uit kan putten. Ook mijn zoons vinden dat ik nu wel genoeg kostuums heb gemaakt. Soms is het ook beter om wat commerciëler te denken. Nu worden er bijvoorbeeld veel acts voor de avond en de nacht gevraagd en is de vlinder een populaire act met een passende symboliek. Door er lichtjes aan toe te voegen krijg je het concept van nachtvlinders. Dat is heel beeldend voor de coronapandemie en de situatie in Oekraïne.”

Voorsprong

Walt zou het leuk vinden als op termijn één van zijn drie zoons het bedrijf voortzet. “Eén generatie is te weinig om een bedrijf op te bouwen. Als je de kunst van het performen van huis uit meekrijgt, heb je bovendien een flinke voorsprong. Ik heb mijn zoons altijd bij het bedrijf betrokken, maar wel genoeg ruimte gegeven om hun eigen dingen te doen. Eén van mijn zoons heeft overigens zelf een pak gemaakt en maakt graag muziek. Dat vind ik heel leuk om te zien.”